2e pinksterdag (24 mei): Dit wordt een topdag wat vogels betreft: veel soorten en maar liefst 3 zeldzame vogelsoorten op 1 dag. Allereerst gaan we naar Texel. Er zit al een hele tijd een mannetje bril-zee-eend op Texel. Deze mooie zee-eend staat hoog op mijn lijstje. Deze dag is voor mij een van de laatste mogelijkheden om de soort in Nederland zo mooi te zien. Fabian heeft de soort twee weken geleden gedipt, zoals dat heet. Die dag was de vogel gewoonweg niette vinden. De dag daarop liet de vogel zich weer goed zien op de Mokbaai of de Horsmeertjes. Maar daar had Fabian niets, die met de trein op en neer naar Texel geweest is om deze vogel uit Noord-Amerika te zien.
Dat gaat ons deze dag dus niet geburen. Alle plaatsen waar de vogel eventueel kan zitten hebben wij in kaart gebracht. En we gaan niet met de trein. We varen met de eerste boot over en zijn 8.15 bij de Horsmeertjes waar de zee-eend 's ochtends pleegt wakker te worden.
Langs het pad naar de meertjes zit in een dode boom een zomertortel in het eerste ochtendlicht te koeren.
Achter ons lopen nog een paar vogelaars waarvan er eentje een telefoontje krijgt dat de vogel op de Mokbaai zwemt. Met hoge snelheid rijden we terug en sprinten de dijk op. Daar zwemt de vogel tussen wat eidereenden in het warme ochtendlicht. Wat een prachtige kop heeft deze vogel: een dikke oranje-gekleurde snavel, zwarte kop met een grote witte achtervlek. Dit mannetje zit er al sinds eind april en is nog steeds druk met indruk maken op de vrouwtjes eidereenden.
Tot tweemaal toe vliegt de vogel op, draait een rondje en landt weer in het water. We kunnen hem nog steeds heel mooi zien. Dan vliegt hij op en vliegt strak richting Horsmeertjes weg. Bij het inpakken van de spullen komt er een mevrouw met een kijker en een jongen naar ons toe met de vraag of er nog iets bijzonders zit. "Net wel, nu niet meer"is ons gevatte antwoord. We vertellen haar over de zeldzame vogel uit Noord-Amerika. Zij blijkt goed op de hoogte wat voor vogel het is, weet echter niet dat hij al een tijdje op Texel zit en schijnt het ook niet zo erg te vinden dat de vogel gevlogen is.
We hebben nu ook oog voor de foeragerende bergeenden op het wad van de mokbaai evenals de jagende grote sterns. We lopen naar de grote stern kolonie langs de kant van de weg. Het is een af en aan vliegen van vogels. Daarna rijden we nog een keer naar de Horstmeertjes. Het levert een mooie overvliegende lepelaar, een vliegende roerdomp en een dichtbij zingende blauwborst op
.
Daarna rijden we naar de Cocksdorp op zoek naar morinelplevieren. Op de weg erheen treffen we in een weiland dat waarschijnlijk net bemest is een groep van zo'n 100 rosse grutto's aan die druk aan het foerageren zijn. Af en toe zijn er conflicten met kokmeeuwen die ook op dit weiland zijn afgekomen.
Ten Zuid-oosten van Cocksdorp vinden we op een akker een mannetje en een vrouwtje morinelplevier.
Daarna langs het Wagejot waar veel kluten zitten. Sommige hebben al jongen.
foto
Aan het eind van de middag krijgen we het bericht dat er in Gelderland een dwergooruuil zit. Hij schijnt er al een paar dagen te zitten. Het is geheim gehouden omdat de bewoners in wiens tuin de vogel zit te roepen met de Pinksteren geen toeloop wilden. Kootwijk ligt op de route naar Apeldoorn. Maar eerst moeten we van het eiland zien te komen en dat is op deze 2e pinksterdag een kwestie van lang wachten. eerst nog wat eten bij de Chinees in Den Burg. Daarna naar de boot. reeds 2 km voor de boot staan we in de rij. Uiteindelijk kunnen we na 2 uur wachten de boot op.
Op onze terugweg ligt ook Twisk waar een grote grijze snip zit. De zon is nog niet onder en de dwergooruil zal nog wel niet roepen, dus besluiten we om deze Noord-Amerikaanse dwaalgast mee te pakken. Dit zou dan de tweede grijze snip van het voorjaar worden. In april zat er een ten Zuiden van Arnhem. Hij zit in een natuurgebiedje langs de N 239 Met de telescoop ontdekken we hem al snel. Hij foerageert achter in het gebied en is in zomerkleed. Dit is de eerste grote grijze snip die ik in zomerkleed zie. De Gelderse vogel was nog een overgangskleed. En de vogel die ik jaren terug in Zeeland zag was in winterkleed. De vogel is roodbruin als een rosse grutto. Er zitten ook veel grutto's en watersnippen, zodat we de verschillen tussen de vogels mooi kunnen zien. Het is een grote snip met een lange rechte snavel en foerageert als een echte snip: steeds met de snavel in de bodem prikken.Een mooie waarneming in het avondlicht. Daarna naar Kootwijk. Wij komen daar rond 22.00 uur aan. Het is nog licht en er staan al veel vogelaars met hun spullen te wachten. De uil is nog niet gehoord, laat staan gezien. Rond 22.30 wordt het schemerig en ineens begint de uil te roepen. Wat een belevenis. Zo'n typisch zuidelijke, mediterrane avondroep hier aan de Veluwerand. De vogel komt dichterbij zonder dat we hem zien vliegen. Het roepen gaat door, niet zo ver van ons vandaan, maar het lukt ons niet om deze kleine uil met z'n uitstekende schutkleuren te zien. Na zo'n 20 minuten stopt de uil met roepen. Het is inmiddels te donker geworden om nog iets goed te zien. We pakken de spullen in en rijden na een lange en succesvolle dag naar Apeldoorn.